Verwijzingen herkennen

Voor tolken en tolkstudenten kan het lastig zijn om te begrijpen naar wie of wat verwezen wordt door de gebaarder. Je moet onthouden wie waar is gelokaliseerd, het uit de context halen en ook subtiele verwijzingen leren zien. 

Tips

  1. Maak plaatjes in je hoofd, beeld je in wat de tolkgebruiker gebaart. Denk visueel.
  2. Maak een plattegrondje van wie of wat waar is gelokaliseerd. Zeker met teamtolken kan dit of als oefening.
  3. Volg de blikrichting van de tolkgebruiker. Die geeft aan vanuit of over wie of wat wordt gebaard.
  4. Fris je theoretische kennis over ruimtegebruik en referenties op. 

Het is ook samenwerken met doven. Als je bijvoorbeeld teruggeeft: "Wie?", dan is dat een seintje naar de tolkgebruiker: 'Oh, ik moet weer even de naam noemen'. Want dat het een samenwerking is, mag van mij meer prioriteit krijgen van beide kanten.

Sommige doven gebaren rommeliger. Die zetten Pietje links en dan ineens hebben ze hem rechts gezet maar hebben niet gezegd dat ze hem even verplaatst hebben. Of ze zetten iedereen in het midden en dan wijzen ze terug en denk je: 'Oké, maar wie van de tien die je daar hebt neergezet, bedoel je nou?' Als iemand het netjes doet, heb ik er geen moeite mee want ik hou dat visueel in mijn hoofd wie waar staat.

Oefening

Luister naar een verhaal en maak een tekening van de verhaallijn. Dit helpt om meer visueel te gaan denken. 

Dit kan eerst met kinderverhaaltjes bijvoorbeeld van Nijntje of Dikkie Dik, met een rustige podcast of teken wat vrienden en familie vertellen.

Verzin eigen symbolen of doe inspiratie op met een nascholing voor notatietechnieken of verzamelingen doodles of icoontjes.

Als ik zenuwachtig ben, gebaar ik sneller en ga ik dingen door elkaar halen. Dan moet ik soms even terug. Ik snap wel dat de tolk daarvan in de war raakt.

Let op subtiel verwijzen

Gebaarders verwijzen niet alleen door met INDEX te wijzen maar ook of vooral door bodyshift, een hoofdknik, veranderde mimiek of blikrichting. Focus dus niet alleen op de handen.

Tijdens de opleiding leer je dat je gebarenruimte hebt en bijvoorbeeld je opa neerzet door te wijzen, maar doven doen het soms alleen met hun ogen of met een knikje ofzo. Dat mis ik vaak omdat het zo subtiel is en ik bezig ben met de rest van het verhaal en gefocust bent op de gebaren.

Laatst tolkte ik ergens en toen zei die persoon: "Dat is de broer van de zus van mijn vader". Dat zijn constructies waarbij je in het Nederlands precies andersom begint dan in gebarentaal. Als je er dan te dicht op zit, snap je het even niet meer.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Skip to content