Stel, dat alles kan. Er is geld, tijd, ruimte, je mag out of the box denken. Wat zou er volgens jou als eerste moeten gebeuren zodat tolken en tolkstudenten met meer vertrouwen tolken naar gesproken Nederlands?
Nou dan gooien wij heel veel geld in die opleiding, sowieso en dan hele een hele cursus tolken naar Nederlands erbij. Net zoiets als de nascholing eigenlijk die ik heb gevolgd. Gewoon veel meer tijd en geld investeren. Misschien, weet ik veel, een aantal doven daar neerzetten die lekker kunnen gebaren op verschillende manieren en dat je ze allemaal kan gaan volgen. En inderdaad een jaartje vastplakken aan de opleiding dat je je echt kan richten op tolken naar Nederlands. En als alles zou kunnen, dan mag het ook wel gratis zijn!
(Tolk, <5 jaar ervaring)
Ik wil best veel vergaderingen organiseren waar alleen maar dove mensen zijn en je alleen maar aan het vertalen bent naar het Nederlands. Die dove mensen moet je betalen. En daarnaast en tussendoor veel sociaal gebeuren dat mensen verplicht met elkaar in contact komen, met elkaar spreken. Live.
En ik zou een gebarencafé organiseren op tijden waarop veel tolken kunnen zoals vrijdagmiddag. En als je veel dove mensen wilt hebben, zou je ze een cadeaubon moeten geven.
Ik wil daar best rondlopen van “Hee, met dove mensen praten jij!” 🙂
Ik zou ook vrijkaartjes geven voor voorstellingen waar veel dove mensen op af gaan komen.
En eens in het jaar heb je toch zo’n talenpracticum van het ITV. Dat je daar als tolk gebarentaal ook mee kan doen met gebarentaallezingen daar.
(Tolk, >30 jaar ervaring)
Veel één op één oefenen met een docent. Van “hoe zou je dit omzetten?” en daar dan direct feedback op krijgen. Onderling studenten kan natuurlijk ook, maar er zou vaker een docent bij moeten zitten. Want er zijn nog zoveel dingen waarvan je je afvraagt: hoe moet dat dan? Dus dan zit je alsnog met vragen.
(Tolkstudent, 3e jaars)
Wat ik al zei, dat je dan een tolkmaatje zoekt om te helpen. Als je onzeker bent over het stemtolken, dat je het dan afkijkt van een maatje en doelen kiest en als je wat vaardiger wordt, dat je dan ook zelf gaat tolken en om feedback vraagt. En daarnaast veel contact met dove mensen. Ja sorry hoor, maar tolken die alleen maar aan het werk zijn… Het houdt echt wel iets meer in dan dat. Je moet die wereld willen induiken.
(Tolkgebruiker)
Dat je altijd mag teamtolken dus dat je altijd met z’n tweeën kan zijn. Dat je als afgestudeerde tolk meekan met een tolk met veel ervaring als een soort buddy. Dat je weet: als ik maar 2 van de 60 minuten kan, is het ook goed. Omdat ik hierin wil groeien.
In vier jaar opleiding ben je een goede basistolk maar je hebt nog een grote groei te maken, want niet alles past in die vier jaar, zeker als je nog nul gebarentaal kent.
Dat je nog meer gelegenheid krijgt om te groeien en positief geformuleerde verbeterpunten kan krijgen als feedback en…dat het duidelijker is voor tolkgebruikers, zowel horend als doof, wat er nodig is. Dat het gewoon is om te zorgen voor voorbereiding en af testemmen. Dat voorbereidingstijd gezien en betaald wordt als werktijd, zeker bij korte opdrachten.
Veel gelegenheid om te oefenen. Dat je kan oefenen met een schrijftolk erbij en een dove mee kan lezen en zeggen: “Hee, maar dat bedoelde ik niet precies”. En je moet je ook realiseren dat wat je gebaart, nooit precies hetzelfde uit de mond van de tolk gaat komen want die kan niet zien wat er in je hoofd zat. En 99 van de 100 keer is het een prima vertaling.
Veel nascholingen zijn duur. Ik zou wel willen dat net afgestudeerde tolken die nog geld moeten gaan verdienen, die nascholingen voor een prikkie kunnen doen. Om hun die boost te geven.
(Docent, tolk >10 jaar ervaring)
Zet het tolken naar Nederlands dan elke periode in het curriculum op de opleiding. Dat je dan elke week les hebt met bijna elke les een andere dove. Soms mag iemand best 2 of 3 keer langskomen, maar laat maar bijna elke les een andere dove lesgeven of gesprekken of oefeningen doen met groepjes studenten. Ga dat, doe dat maar eens. Echt trouw elke week, want je doet dat ook met gebarentaal. Elke keer als jij jezelf moet uiten naar de docent die les geeft, moet je dat doen in gebarentaal. Maar andersom hoeft dat nu niet.
(Tolkstudent 3e jaars, CODA)
In de les zouden vaker dove mensen, gastdocenten uitgenodigd moeten worden. Niet voor een datapunt maar informeel om te oefenen.
(Tolkstudent, 2e jaars)
Dat de zelfstandige stage weer terugkomt. En dat je dan met z’n tweeën, dat je niet alleen op pad hoeft zodat je elkaar kan opvangen. En dat dus zonder mentor zodat je soms kneiterhard op je bek kan gaan om daar weer van te leren. Want nu vangt de mentor het weer op, omdat die wil dat de opdracht goed verloopt en niet teveel vertraging. Maar geholpen worden door een medestudent is anders. Dus dat is de meest ideale situatie.
En heel veel dove mensen in de opleiding, nog meer dan we nu al hebben.
En misschien moet er in het werkveld voor afgestudeerde tolken een soort buddysysteem komen als in: “Oh, ik vind het spannend, wie neemt mij mee en wil me helpen”. En dat een collega die zegt: “Joh, ik vind dat tolken naar Nederlands helemaal niet erg” eraan gekoppeld wordt, als een soort na- of bijscholing. Van “Kom even een dagje met mij teamtolken, dan kan je even proeven en voelen hoe het is”.
(Docent, tolk >10 jaar ervaring)
Ik denk eerlijk gezegd dat het héél erg zou helpen als op het prikbord of de last minute opdrachten als tolkgebruikers zich daarbij een filmpje van zichzelf erop plaatsen. Want het is nu vaak alleen maar tekst en dan denkt de tolk: moet ik nou ja of nee zeggen? Daar hebben ze niet genoeg informatie voor.
Maar het zou ook goed zijn dat de tolk de tolkgebruiker dus kan zien gebaren op een filmpje. En op basis daarvan een betere beslissing kan nemen. Die kan bij zichzelf te rade gaan: Ben ik bekwaam genoeg? Kan ik alignen met de tolkgebruiker, heb ik daarvoor genoeg in huis?
Of stel dat je een supermooi uitgeschreven tekst hebt van de tolkgebruiker en dan kijk je het filmpje en dan blijkt het misschien heel anders dan verwacht. Bijvoorbeeld heel erg Gronings of een andere stijl. Dan kan je ook een betere beslissing nemen, bijvoorbeeld om de opdracht aan te gaan, maar dan te vragen om even af te stemmen vooraf. Of vragen of het met twee tolken kan als het een opdracht is van drie of vier uur, dat je dan teamtolkt. Dat helpt ook voor de tolk om in te schatten of die de opdracht kan aannemen of niet.
k denk dat het nog wel handig zou zijn om een bepaald stappenplan te hebben, bijvoorbeeld nu met de last minute opdrachten, heb je een bepaalde structuur met velden die je moet invullen met wat waar, wanneer, wie. Dat is goed, maar daar kunnen misschien nog meer velden bij met praktische informatie.
En hetzelfde met het prikbord van Tolkcontact. Of met WhatsApp. Als ik jou zou benaderen, als je je diploma hebt dan, als je als tolk wordt benaderd, dat je dan een soort handleiding hebt, een stappenplan. En dat je dan met een klik op de knop de juiste vragen stuurt naar de tolkgebruiker. Dat lijkt me wel handig. Zoiets.
Het is nu vaak afhankelijk van toeval. En waarom kan je niet gewoon meer een bepaalde structuur aanhouden dat dat ergens beschikbaar is met good en best practices? Over hoe je kan omgaan met het aannemen van een tolkopdracht, waar je allemaal rekening mee moet houden. Want veel tolkgebruikers zijn zich daar niet zo bewust van. En tolken wel vanuit hun professie dus die kunnen daar ook naar handelen.
Als dan bij het RTGS of Tolkcontact ergens zo’n stappenplan zou staan, dan kan de tolk dat voorleggen aan de tolkgebruiker, die kan dan zeggen: “Oh wat goed dat je dat zegt. Dus ik moet hier en hier aan denken”. Dan heb je ook meer kans dat zo’n tolkopdracht wordt aangenomen.
(Tolkgebruiker)
Wat aardiger zijn voor elkaar, iedereen, alle kanten op. Dat je elkaar wat meer tijd geeft om een zin te vormen. En niet gelijk iemand erop afrekenen als er een foutje wordt gemaakt.
Er hangt nu zoveel spanning rond het onderwerp, dat je er zo op afgerekend kan worden door tolkgebruikers en tolken.
Onder schrijftolken merk ik dat er harmonie is, we elkaar grotendeels accepteren en steunen en bij NGT tolken voel ik soms een beetje strijd. Dat bepaalde tolken zoiets hebben van: “Ik kan het beter”. Niet echt meegemaakt, maar is een gevoel. Ik wil dan in een veilige bubbel zitten met teamtolken en teamen met mensen die ik goed ken. Ik weet hoe we er allebei in staan en dat we gelijk zijn daarin. Dat maakt het veilig.
“Dat je weet dat de ander je als gelijkwaardig ziet en ook zo behandeld en niet dat die er bovenstaat”.
Ja, precies.
(Tolk, >10 jaar ervaring)
Ik zou eigenlijk zeggen: meer begeleiding. Maar dat zeg ik puur uit mijzelf. Omdat het HBO is en veel lessen niet verplicht zijn, ben je vrij om te bedenken waar je heen wilt en daardoor kies ik wel eens de makkelijkste weg. Ook de discipline thuis om filmpjes te oefenen is lastig. Dus ik denk dat meer structuur fijn zou zijn en misschien echt een groepje hebben waarin je focus op het tolken. Dat je elke week elkaar een filmpje stuurt met feedback net als voor stage A maar dan alleen voor tolken naar Nederlands. Alhoewel, ik vind ook tolken naar gebaren lastig.
(Tolkstudent, 6e jaars)
Wat helpt nog meer?
- Weten wat je kunt en wilt. Bijvoorbeeld 1 op 1, informele etentjes of juist een congres. “Ik hoef helemaal geen heftige vergaderingen te doen”, aldus een tolk (<5 jaar ervaring).
- Bij de opdracht op TC vermelden of er moet worden getolkt naar het Nederlands.
“Als dat er niet duidelijk bij stond, nam ik de opdracht dus niet aan”. (Tolk, <5 jaar ervaring). - Meer filmpjes op de opleiding zoals in het echt gebaard wordt. Daar gaat het niet altijd netjes maar is het soms rommelig, van de hak op de tak of zie je mensen van de zijkant. (Tolk, >10 jaar ervaring).
- Taalgevoel voor zowel NGT als NL. “Tolken met een talenknobbel die vaardig zijn met taal, daar ben ik blij mee. Als een tolk afstudeert met gebarentaalvaardigheid ruim boven B2, misschien bijna C, dan is dat heel mooi om te zien. Maar je wilt hetzelfde hebben met gesproken taal”. (Tolkgebruiker).
- Bewustzijn dat je meer fouten opvallen in je moedertaal. “Met je tweede taal dus NGT als doeltaal, vallen fouten minder op”. (Tolk, >30 jaar ervaring).
- Oefenen met het begrijpen van NGT vanuit verschillende kijkhoeken. “Bij collega’s zie ik vaak dat ze recht voor de gebaarder moeten staan om ze goed te begrijpen. Ik heb dan zo’n geluk dat mijn ouders doof zijn”. (Tolk, >30 jaar ervaring).
- Fit zijn, een goede geestelijke gesteldheid. Cognitief moet het goed in elkaar zitten daarboven. (Tolk, >30 jaar ervaring).
- Passende randvoorwaarden (“Zorg dat je een goede lichtinval hebt bij een congres, het liefst een beetje aan de zijkant. Dan heb je geen last van de lampen. Een microfoon in een standaard. De randvoorwaarden moeten goed zijn, goed zicht en goede verstaanbaarheid, goede plek om te zitten. (Tolk, >30 jaar ervaring).
- Oefenen met onderbreken. “Ik vind het lastig om aan te voelen wanneer je moet ingrijpen. Soms wacht ik te lang af omdat ik iets niet begrijp en denk dat het later wel duidelijk wordt. Dat moment is lastig te bepalen. (Tolkstudent, 2e jaars).
- Oefenen met weinig en veel tolkgebruikers in de tolksituatie. “Iedereen wil snel op elkaar inhaken en gaat door elkaar praten. Dan moet de tolk zeggen: ‘Ho, wacht even, allemaal omstebeurt alsjeblieft?'”(Tolkgebruiker).
- Als tolkgebruikers niet negatief praten over collega’s waar je als tolk(student) bij bent.